De lucifer en "more"
Wat is het toch een heerlijk gevoel om af en toe een hamer vast te houden en het bijbehorende spijkershort te dragen. Even terug naar de periode dat ik vol trots op mijn 14e, naast mijn schooltijd kon beginnen bij een lokale aannemer. Elke zaterdag het gereedschap dragen, de beitels slijpen, de schroevenbakken aanvullen en het vak te leren van een allround vakman die kapabel bleek om van een paar luciferstokjes een kozijn te construeren en wonderen kon verrichtten met elk ander materiaal wat voor zijn voeten terechtkwam.
Dagen kan ik er naar uit kijken, vaktechnisch klussen. Niet alleen omdat het een grote hobby is gebleven maar ook omdat het me dwingt scherp te blijven binnen de oplossingen die wij op technisch en architectonisch vakgebied moeten uitdokteren om het voorgestelde plan überhaupt tot uitvoering te brengen.
Steeds vaker echter gebeurt het dat stapels tekeningen en documenten geproduceerd worden, zonder ook maar enige vorm van interesse of vakkennis. Onsamenhangende documenten, die veelal meer uitblinken in kwantiteit dan kwaliteit. Het lijkt erop dat we, mede gevoed door de voortdurende wijzigingen in regelgeving ons steeds meer vastklampen aan het motto “more = better”.
Hoe komt het toch dat er steeds minder vakgenoten zijn die begrijpen dat elk gebouw valt of staat met een aantal goeddoordachte samenhangende details gevolgd door de benodigde andere documenten, in plaats van het omgekeerde. Eerst veel produceren om vervolgens de conclusie te trekken dat er ook nog wat gebouwonderdelen aan elkaar “geknoopt” moeten worden.
Vakmanschap versus het “more-specialisme”. Eerst nadenken versus “more-tekeningen”, “more-papierwerk”, “more-projectleiding”, “MORE…MORE!”.
De basis en het eigenlijke begrijpen van het gehele bouwproces wordt hiermee steeds verder gedegradeerd tot een starre more-(schijn)hiërarchie met als direct gevolg dat in de tijd niemand meer aan elkaar kan of wil vertellen hoe je van een lucifer een kozijn kunt maken. (© R7)